Moxa is een kruid (bijvoetkruid of Artemisia Vulgaris) waarmee bepaalde punten gestimuleerd worden door warmte. Deze warmte wordt verkregen door een brandende moxastaaf boven de huid of de naald te houden. De meeste mensen ervaren dit als een prettige warmte. Het toepassen van moxa is afhankelijk van de klacht.
In Nederland worden ongeveer 200.000 baby’s per jaar geboren. Vlak voor de bevalling liggen er ongeveer 7000 in een stuitligging. In sommige gevallen probeert de verloskundige of gynaecoloog de baby in de buik te draaien. Dit kan voor de moeder erg onaangenaam en belastend zijn. In sommige gevallen wordt voor een keizersnede gekozen, soms voor een stuitbevalling.
Als de baby in stuitligging ligt, is moxatherapie een eenvoudige en veilige manier om het draaien te ondersteunen. Belangrijk hierbij is niet te wachten tot op het laatste moment, maar bij voorkeur de behandeling te beginnen rond de 33e-34e week. De behandeling is eenvoudig uit te voeren door u zelf of door uw partner. Na een intakegesprek krijgt u een eerste behandeling. Aansluitend gaat u met een moxastick en instructies naar huis waar u de moxatherapie ongeveer 10 dagen zelfstandig kunt voortzetten. Tijdens de consulten bij de verloskundige of gynaecoloog wordt de positie van de baby gecontroleerd.
In een normale situatie begint de baby te draaien in de 34e tot de 36e week. Omdat 50% van de baby’s spontaan draait voor de 36e week wordt vaak afgewacht. Onderzoek heeft aangetoond dat de effectiviteit van de behandeling het grootst is in week 33-34. Naarmate we dichter bij de 36e week komen, neemt de kans op draaien af. In enkele gevallen, vaak als het een tweede zwangerschap betreft, draait de baby nog na de 36e week. In dat geval is het nog wel de moeite waard om in de weken 35-36 te moxeren.
Contra indicaties voor een moxatherapie zijn: placenta-abnormaliteit, polyhydramniose (te veel vruchtwater) of een tweeling.